Online feedback: het beste van twee werelden

In onze blended leerprogramma’s moeten docenten en begeleiders online feedback geven. Om ze dit te leren zijn we op zoek naar wetenschappelijk onderbouwde methodiek. Hoe moet je online feedback geven voor een goed leerresultaat?

Bij deze zoektocht stuitte ik op onderzoek van Lia Voerman. In de zomer van 2014 is zij gepromoveerd. Haar proefschrift draagt in het Nederlands de titel “Feedback van docenten in de klas, het analyseren en ontwikkelen van het feedbackgedrag van docenten in het voortgezet onderwijs”.

Voerman borduurt onder meer voort op het onderzoek van John Hattie. Dankzij Hattie (voerde 800 metanalyses uit, waarin op hun beurt weer 50.000 studies werden gebundeld) weten we dat feedback een krachtig instrument is in het onderwijs. Een instrument dat daadwerkelijk bijdraagt aan leerresultaat. Maar ook een instrument dat docenten volgens Hattie weinig toepassen.

Voerman heeft het gebruik van feedback onderzocht op Nederlandse scholen en komt met dezelfde bevindingen als Hattie. Zij heeft 78 docenten geobserveerd en vond dat minder dan 20% van de interventies van docenten bestond uit feedback geven. De gegeven feedback was bovendien meestal niet specifiek: “Goed zo!” of “Dat is mooi”. Specifieke feedback zegt iets over het doel, de taak of het resultaat. Bijvoorbeeld: “Je hebt heel netjes gewerkt” of “Ik vind dat je de uitwerking van deze som goed hebt aangepakt”.
Interessant vond ik dat dit resultaat algemeen was: vak, geslacht of aantal jaren ervaring van docenten maken geen verschil in toepassing van feedback.

Voerman vat de conclusies over effectieve feedback als volgt samen:

  • de feedback is specifiek en niet te uitgebreid
  • specifieke feedback kan ook bestaan uit specifieke feedback op de kernkwaliteiten van een lerende
  • het lijkt van belang dat de feedback vaker positief dan negatief is
  • de feedback kan zowel gaan over de vooruitgang (progressieve feedback) ten opzichte van een vroeger niveau van functioneren, als over het verschil (discrepantiefeedback) met het gestelde doelniveau van functioneren.

Ik ben blij met dit onderzoek. Omdat het richtlijnen biedt voor online onderwijs. Ook hier is feedback van de docent maar ook peerfeedback een krachtige interventie. Effectief feedback geven, zo blijkt uit dit onderzoek en dat van Hattie, komt mensen niet van nature aanwaaien. Voerman heeft voor docenten in het voortgezet onderwijs daarom een professionaliseringsprogramma opgezet. Ook online feedback geven moeten docenten en begeleiders leren.

Hoewel direct ook de vraag rijst in hoeverre de resultaten van het onderzoek van Voerman zijn te vertalen naar online feedback geven. Met name het emotionele aspect van het geven en ontvangen van feedback heeft online een heel andere vorm. Je kunt niet zien wat de stemming is van een cursist en ook niet hoe hij of zij jouw feedback ontvangt. Hier kan onderzoek naar het effect van e-therapie en e-coaching ons wellicht helpen. Zo blijken de eerste resultaten van een langlopend onderzoek naar effect van e-coaching van Alexander Waringa van de Universiteit van Tilburg positief te zijn. Met name de schrijftijd als reflectietijd en de focus die daardoor ontstaat worden genoemd als positief voor het resultaat. Waringa ontwikkelt nu een methodiek voor bijscholing van coaches in e-coaching.

Voor feedback geven in blended leerprogramma’s zijn beide onderzoeken en vertaling naar professionalisering van docenten en begeleiders een inspiratiebron. We zullen moeten zoeken naar de beste combinatie: een professionaliseringsblend!

Geplaatst in Leven Lang Leren.